
Spreekwoorden: (1914)
In (de) lij liggen (of zijn)d.w.z. achterlijk zijn in zijne zaken, in de neer (draaikolk, tegenstroom3)) zijn (Tuinman I, 189); fri. in de neerklits wêze of reitsje. Onder de lij verstaat men die zijde van het schip, waarheen de wind waait, die door het overhangende en uitgespannen zeil nederg...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
In (de) lij liggen (of zijn)d.w.z. achterlijk zijn in zijne zaken, in de neer (draaikolk, tegenstroom3)) zijn (Tuinman I, 189); fri. in de neerklits wêze of reitsje. Onder de lij verstaat men die zijde van het schip, waarheen de wind waait, die door het overhangende en uitgespannen zeil nederg...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.